Werkingsprincipe van de organische mestkorrelmachine
Het werkingsprincipe van een organische mestkorrelmachine omvat hoofdzakelijk de volgende methoden:
1. Extrusiegranulatie
Materiaaltoevoer: De poedervormige of halfnatte organische mestgrondstoffen worden eerst in de trechter van de pelletmachine gevoerd. Deze grondstoffen kunnen een mengsel zijn van verschillende stoffen, zoals gecomposteerde dierlijke mest, afgebroken gewasstro en ander organisch materiaal met indien nodig toegevoegde bindmiddelen of additieven.
Extrusieproces: In de machine draait een transportschroef of een set rollen. Terwijl het materiaal naar voren beweegt als gevolg van de rotatie van de schroef of de druk van de rollen, wordt het door een matrijsplaat geperst. De matrijsplaat heeft een reeks gaten met de gewenste pelletdiameter. Door deze gaten wordt het materiaal in een lange strookvorm geëxtrudeerd. Als de matrijsplaat bijvoorbeeld gaten heeft met een diameter van 3 - 5 mm, zal het materiaal lange strengen vormen met een dwarsdoorsnedediameter die overeenkomt met de gatgrootte.
2. Granulatie van roterende schijven
Initiële opstelling: Het poedervormige organische mestmateriaal wordt op een roterende schijf geplaatst. De schijf draait met een bepaalde snelheid, die meestal kan worden aangepast aan de eigenschappen van het materiaal en de gewenste pelletgrootte.
Pelletvorming: Terwijl de schijf draait, wordt het materiaal rondgerold en getuimeld. Onder invloed van de middelpuntvliedende kracht en de toevoeging van een kleine hoeveelheid bindmiddel (indien nodig) aggregeert het fijne poeder geleidelijk en vormt het kleine korrels. De grootte van de korrels neemt toe naarmate ze blijven rollen en meer materiaal opnemen.
3. Sferonisatiegranulatie
Deegachtige materiaalbereiding: De organische mestgrondstoffen worden met een geschikte hoeveelheid bindmiddel en water gemengd tot een deegachtige massa. Deze massa moet de juiste consistentie hebben om sferonisatie mogelijk te maken.
Werking van de sferonisator: Het deegachtige materiaal wordt in een sferonisator gevoerd, die doorgaans bestaat uit een roterende kom of trommel. Terwijl de kom draait, wordt het materiaal door de rollende en tuimelende werking tot bolvormige pellets gevormd. De rotatiesnelheid en de verblijftijd van het materiaal in de sferonisator kunnen worden aangepast om de pelletgrootte en rondheid te regelen.